In de stad Ibarra, hoog in de Andes, werd in 2006 een verzameling eeuwenoude muziekstukken uit een vrouwenklooster in de hoofdstad Quito ontdekt; villancicos, parels van Latijns-Amerikaanse polyfone vocale muziek. De drukke literaire en muzikale activiteiten in Quito omstreeks 1700 maken het zeer aannemelijk dat de stukken, die veel verwijzingen bevatten naar het dagelijks leven, werden geschreven én uitgevoerd door nonnen. Bovendien staan op de oorspronkelijke partituren vaak de namen van vrouwen vermeld. Het gaat om vocale werken, met begeleiding door instrumenten, met bijna uitsluitend Spaanstalige teksten die een religieuze inhoud hebben. De muziek komt voort uit de Spaanse traditie, met veel volkse invloeden. Dat kun je ook zeggen van de teksten waarin soms merkwaardige vergelijkingen gemaakt worden tussen alledaagse voorwerpen (zoals een klok) en God. De combinatie van volkse muziek, met ritmes die bekend waren uit de wereldlijke- en dansmuziek en het gebruik van de volkstaal was een sterke troef in de pogingen de gelovigen op het rechte pad te houden.
Bij een aantal werken worden o.a. orgel, dulciaan en harp genoemd voor de basso continuo en soms staat ook expliciet vermeld dat een instrument de stem dubbelt.
Deze werken geven een mooi inkijkje in de gesloten wereld van vrouwen in een klooster in Ecuador rond 1700, die meer lijken te weten van de muzikale buitenwereld dan je zou verwachten.
Recensie
”Opmerkelijk zijn de vocale kwaliteiten van Música Temprana. De vocalisten, die variëren van sopraan tot bas, zijn van grote klasse. Het subtiele gebruik van vibrato, de fraaie gekleurde samenklank en muzikale souplesse zijn adembenemend mooi.” [Musicframes]